Casus
Een 40-jarige gravida VI, para IV, abortus I werd bij een amenorroeduur van 27 weken en 5 dagen met spoed opgenomen. Dezelfde ochtend had zij contracties gekregen, gevolgd door acute buikpijn en ruim vaginaal bloedverlies. Haar obstetrische anamnese vermeldde 2 maal de geboorte van een levenloos kind door een solutio placentae en intra-uteriene vruchtdood bij respectievelijk 28 en 38 weken. Verder kreeg zij een dysmature zoon na een recidief van solutio placentae bij 36 weken. Patiënte rookte dagelijks 20 sigaretten en gebruikte softdrugs. Het stollingsonderzoek toonde voordien geen afwijkingen. In deze zwangerschap nam zij profylactisch per dag pyridoxine 50…
Reacties