Casus
Een 36-jarige man werd naar de afdeling Spoedeisende Hulp verwezen in verband met buikpijn. De pijn was reeds enkele dagen aanwezig, doch was in enkele uren sterk verhevigd. De voorgeschiedenis vermeldde een oesofagus-cardiaresectie met buismaagreconstructie 5 jaar eerder wegens een oesofaguscarcinoom. Bij presentatie was de pijn continu aanwezig en stekend van aard. Er was geen bewegingsdrang of vervoerspijn. Patiënt was misselijk, had een verminderde eetlust en had gallig gebraakt. Mictie en defecatie waren niet-afwijkend. Bij het laatste oncologische follow-uponderzoek waren er geen aanwijzingen voor tumoractiviteit. Thans werd bij onderzoek een matig-zieke, doch zeer pijnlijke man gezien met een stille…
Reacties