Casus
Een 44-jarige vrouw werd opgenomen voor een operatie aan een persisterende fistel in een thoracotomielitteken. Haar anamnese vermeldde een appendectomie, diepe veneuze trombose van het linker been na een partus, uterusextirpatie en 3 maal een operatie in verband met gastro-oesofageale refluxklachten. Patiënte gebruikte een groot aantal geneesmiddelen: per os ranitidine, citalopram, oxazepam en ciprofloxacine, subcutaan nadroparine, intraveneus clindamycine, per inhalationem salbutamol en na haar laatste operatie diclofenac-zetpillen voor de pijnbestrijding. Na de operatie werd een urinemonster naar het klinisch-chemisch laboratorium verzonden voor onderzoek. Bovenop het urinemonster werd een groot aantal drijvende witte druppels aangetroffen, bestaande uit een harde, vette…
Reacties