Dames en Heren,
De diagnose ‘diabetes mellitus’ is meestal gemakkelijk te stellen. Als wij de criteria van de American Diabetes Association (ADA) aanhouden, dan is voldoende voor de diagnose: een herhaalde nuchtere bloedglucoseconcentratie > 6,9 mmol/l, hetzij een herhaalde niet-nuchtere glucoseconcentratie > 11,0 mmol/l, hetzij de combinatie van klassieke symptomen en een eenmalige niet-nuchtere glucoseconcentratie > 11,0 mmol/l (glucoseconcentraties gemeten in veneus plasma).1
Lastiger dan het stellen van de diagnose ‘diabetes mellitus’, is het soms om uit te maken om welk type het gaat. Ooit golden hiervoor enkele simpele regels: jong en mager wijzen op type-1-diabetes en ook ketoacidose is daarvoor een sterk argument. Oud en adipeus daarentegen zijn suggestief voor type-2-diabetes. De vraag is of wij tegenwoordig verder kunnen met deze regels. Mogelijk is een zekere nuancering noodzakelijk en misschien heeft een adequate classificatie consequenties voor de behandeling. Onderstaande ziektegeschiedenissen illustreren enkele problemen rond de classificatie van diabetes mellitus.
Patiënt A…
Reacties