Samenvatting
- In Nederland komen naar schatting per jaar 50-100 gevallen voor van een ernstige, vroeg in de zwangerschap optredende derde circulatie (synoniem: ‘tweelingtransfusiesyndroom’).
- Polyhydramnion in één vruchtzak gecombineerd met oligohydramnion in de andere is het meest kenmerkende verschijnsel van derde circulatie.
- Onbehandeld is de prognose infaust: preterme bevalling vóór de levensvatbare periode. Wanneer de levensvatbare periode wordt bereikt, bestaat grote kans op perinatale morbiditeit, zeker in geval van intra-uteriene sterfte van één van de foetussen.
- Wanneer in het eerste trimester monochorioniciteit echoscopisch is vastgesteld, kan met gericht echoscopisch onderzoek een derde circulatie tijdig worden opgespoord. Dit is van belang, omdat therapeutische opties bestaan.
- Als therapie komen in aanmerking: doorboren van het tussenschot, herhaalde ontlastende amnionpuncties of laserocclusie van de verbindende choriale vasculatuur.
- In 7 Nederlandse centra waren er in 3 jaar 61 casussen, in 36 waarvan een interventie plaatsvond; 63 kinderen (van de 122) overleefden, 10 met langetermijnmorbiditeit.
Reacties