Samenvatting
Doel
Inventariseren van frequentie en klinische manifestatie van een depressieve stoornis volgens DSM-IV-criteria bij patiënten die een eerste hartinfarct doormaakten.
Opzet
Enquêteonderzoek.
Plaats
Afdelingen Cardiologie en Psychiatrie van het Academisch Ziekenhuis Maastricht.
Methode
Depressiemeting vond plaats met de Zung-‘Selfrating depression scale’ (Zung-SDS) en de ‘Symptom checklist’ (SCL)-90, die 228 patiënten zelf invulden (respons: 60-70) op 1, 3, 6 en 12 maanden na het eerste hartinfarct. Bij een voldoende hoge score op één of beide lijsten werd de patiënt uitgenodigd voor een diagnostisch psychiatrisch onderzoek.
Resultaten
Eén maand na het infarct was 10 van de respondenten depressief, oplopend tot 34 1 jaar na het infarct. De depressieve stoornis bij de hartinfarctpatiënten deed zich op eenzelfde wijze voor als bij een gematchte groep opgenomen depressieve patiënten zonder cardiale voorgeschiedenis, met uitzondering van het kenmerk hostiliteit, waarvoor significant hoger werd gescoord door de depressieve hartinfarctpatiënten. Er was geen sterfte.
Conclusie
De depressieve stoornis is een veel voorkomende comorbide ziekte na een eerste hartinfarct.
Reacties