Decubitus bij dwarslaesiepatiënten: proactief inspecteren

Klinische praktijk
Elise J. Huijssen-Huisman
Tebbe A.R. Sluis
Henk den Besten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B318
Abstract

Dames en Heren,

Hoewel het verhoogde risico op decubitus bij dwarslaesiepatiënten algemeen bekend is, komt deze aandoening bij deze populatie nog veel voor.1-3 Dit vraagt een voortdurende alertheid van artsen, want er zijn grote gevolgen voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Bovendien wordt door decubitus de opnameduur langer of is heropname nodig en dat resulteert in hoge kosten.4

In deze les vragen wij uw aandacht voor twee casussen van decubitus bij dwarslaesiepatiënten en trekken we een aantal belangrijke conclusies.

Patiënt A, een 23-jarige jongeman, wordt na een motorongeval opgenomen met multipele fracturen en een complete dwarslaesie vanaf thoracaal dermatoom 4 (T4). De dwarslaesie was het gevolg van een multifragmentaire fractuur van het corpus vertebrae Tiv met verplaatsing van botelementen in het mergkanaal, een zogenaamde ‘burstfractuur’. De sensibiliteit was gestoord vanaf dermatoom T5 en volledig afwezig vanaf T6. Patiënt werd opgenomen op de Intensive Care en daarna…

Auteursinformatie

Rijndam Revalidatiecentrum, Leiden.

Drs. E.J. Huijssen-Huisman, arts in opleiding tot kinderrevalidatiearts (thans: arts in opleiding tot kinderarts, Universitair Ziekenhuis Brussel, Brussel); drs. T.A.R. Sluis, revalidatiearts; H. den Besten, wondverpleegkundige.

Contact drs. E.J. Huijssen-Huisman (elisabethhuisman@uzbrussel.be)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 7 januari 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties