Aanvallen van bewustzijnsdaling bij kleine kinderen vormen vaak een lastig diagnostisch probleem. Bij kleuters gaat het meestal om benigne aandoeningen zoals een cardiovagale syncope of een ‘breath holding spell’, die door een goede anamnese te achterhalen zijn. Epileptische insulten zijn bij hen meestal even goed herkenbaar als bij oudere kinderen en volwassenen. Moeilijker is het wanneer wij geconfronteerd worden met een zuigeling die comateus wordt aangetroffen en al dan niet spontaan weer ontwaakt. In een typisch geval zal de geconsulteerde arts het kind weer in goede toestand aantreffen en anamnestisch geen duidelijke aanknopingspunten vinden voor een achterliggende aandoening. Van belang daarbij is dat ouders of verzorgers meestal niet het begin van het incident hebben waargenomen, maar het kind in comateuze toestand in het bedje hebben gevonden. Omdat zij het idee hebben dat het kind niet ademt en levenloos is, hebben zij vaak door prikkelen en (of) resuscitatie het spontane verloop…
De zuigeling met paroxismale bewustzijnsdaling die vitaal bedreigd lijkt
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1235-8
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1235-8
Vakgebied
Reacties