Op dit olieverfschilderij, vervaardigd rond 1665, ligt een jonge vrouw in een stoel terwijl een dokter haar pols voelt. Aangezien de schilder, Jan Havicksz. Steen (1626-1679), de vrouw weergaf met blozende wangen en een glimlach om haar lippen, is zij waarschijnlijk niet ziek, maar hopeloos verliefd en lijdt ze alleen aan ‘minnepijn’, liefdesverdriet. Tijdgenoten van Jan Steen zagen meteen dat het hier geen serieus doktersbezoek betrof. De ouderwetse kledij die de ‘dokter’ draagt, kwam namelijk alleen nog voor in toneelstukken waarin de spot werd gedreven met medische knoeierij.
Dat het in dit schilderij om de liefde gaat, was voor elke zeventiende-eeuwer direct duidelijk. Jan Steen geeft hiervoor allerlei aanwijzingen. De po en de kaars werden in die tijd wel gezien als verwijzingen naar wellust. Naast de bedstee hangt bovendien een luit, in de schilderkunst vaak toegepast als symbool van de liefde, of van onkuisheid. Links op de voorgrond staan…
Reacties