In een interview in het televisieprogramma ‘Berg’ suggereerde de Haarlemse huisarts Karsten dat hij door een aantal leden (in een latere persverklaring was sprake van één lid) van de schaatskernploeg was geconsulteerd in verband met het gebruik van doping. Hij weigerde namen te noemen, waarbij hij zich beriep op zijn medisch beroepsgeheim. Dit terwijl alle leden van de schaatskernploeg een verklaring hadden getekend met de strekking dat Karsten van zijn zwijgplicht zou zijn ontslagen. De schaatsers eisten vervolgens in kort geding dat in alle landelijke en regionale dagbladen een rectificatie zou worden gepubliceerd, welke eis op 12 mei jl. door de president van de rechtbank Haarlem werd toegewezen. De zaak-Karsten is een interessante test voor het medisch beroepsgeheim genoemd.1 Wat leert het vonnis nu over het beroepsgeheim van de arts?
Allereerst moet worden geconstateerd dat – hoe kan het ook anders – het medisch beroepsgeheim geen dekmantel biedt voor…
Reacties