De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst: visie vanuit de beroepsgroep

Perspectief
C. Spreeuwenberg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:2452-5

Zie ook het artikel op bl. 2449.

Inleiding

Niet zonder reden gaf de Koninkiijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) in 1991 aan een door haar georganiseerde conferentie over de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) de titel ‘Patiëntenwet: versterking of bedreiging?’ Op dat moment waren er beroepsgroepen die vreesden dat de toen voorliggende tekst van de WGBO de ontwikkeling van de geneeskunde – en daardoor het belang van patiënten – zou kunnen schaden. Vooral de artikelen 1653m – over de toestemming voor het gebruik van gegevens voor wetenschappelijk onderzoek – en 1653w – over het gebruik van lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek – werden gezien als restrictieve bepalingen die de ontwikkeling van onderwijs en opleiding konden belemmeren. Voorzien werd dat de wet in de praktijk niet gebruikt zou kunnen worden en gevoeglijk in het museum van modieuze, doch niet toepasbare wetgeving zou worden bijgezet.1 De kritiek vanuit kringen…

Auteursinformatie

Prof.dr.C.Spreeuwenberg, hoofdredacteur en hoogleraar integratie geneeskundige zorg aan chronische zieken te Maastricht, Lomanlaan 103, 3526 XD Utrecht.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties