De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst: raakpunten met de opleiding tot arts en medisch specialist

Perspectief
H.A.M. Brölmann
A.P.M. Heintz
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1795-8

Zie ook de artikelen op bl. 1769 en 1780.

Inleiding

De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) – ook wel de ‘patiëntenwet’ genoemd – is sinds 1 april 1995 van kracht. De WGBO bedoelt de rechtspositie van de patiënt te versterken. De wet vormt de neerslag van medische tuchtrechtspraak uit het verleden en kan dus worden beschouwd als een ‘codificatie’ van reeds bestaande jurisprudentie, die veelal binnen de beroepsgroep was geformuleerd. Hierbij denke men aan de ‘Modelregeling arts-patiënt’, waarin door de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en de vereniging Landelijk PatiëntenConsumenten Platform rechten en plichten waren vastgelegd.

In de WGBO, waaraan ook in dit tijdschrift al veel aandacht is besteed,1-3 worden informatieplicht, toestemmingsvereiste, dossierplicht en bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt geregeld.

Aangezien het geven van opleiding en de positie van de assistent-geneeskundige als zodanig in de wet niet staan genoemd, geldt de…

Auteursinformatie

Sint Joseph Ziekenhuis, afd. Gynaecologie, Postbus 7777, 5500 MB Veldhoven.

Dr.H.A.M.Brölmann, gynaecoloog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Gynaecologie, Utrecht.

Prof.dr.A.P.M.Heintz, gynaecoloog.

Contact dr.H.A.M.Brölmann

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties