Een landelijk perspectief op genderverschillen in de medische wetenschap

De weg naar hoogleraarschap voor Nederlandse artsen

Illustratie van genderverschillen
Silvan Licher
Daphne L. van Helden
Margot M. Weggemans
Coen B.J. van Deursen
Bas Holverda
Michiel van der Vaart
Miranda Wijdenes
Meike W. Vernooij
Frank J. Wolters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2025;169:D8413
Abstract

Hebben vrouwelijke gepromoveerde artsen evenveel kans om hoogleraar te worden als hun mannelijke collega’s? Een landelijk cohortonderzoek naar genderverschillen in de academische loopbaan.

Samenvatting

Doel

Onderzoeken van genderverschillen in het carrièreverloop van gepromoveerde artsen.

Opzet

Retrospectief cohortonderzoek.

Methode

Van artsen die in 2007-2008 promoveerden aan Nederlandse UMC’s onderzochten wij het carrièreverloop tot 2023, wat betreft werkomgeving, functie en wetenschappelijke publicaties. Daarnaast verzamelden wij subsidiegegevens uit de periode 2005-2022 van 7 landelijke financieringsprogramma’s.

Resultaten

Van de 715 artsen (46% vrouw) werkten er 300 (43%) 15 jaar na hun promotie in een academisch centrum (40% mannen vs. 44% vrouwen). Mannen publiceerden meer dan vrouwen (mediaan [interkwartielafstand]: 9 [3-27] vs. 6 [2-15]; p = 0,001). Vrouwelijke artsen werden minder vaak dan mannelijke artsen benoemd tot hoogleraar (10 van de 330 vs. 27 van de 385; oddsratio [95%-BI]: 0,41 [0,20-0,87]), wat in 55% van de gevallen was toe te schrijven aan publicatieaantallen. Vrouwen en mannen ontvingen even vaak financiering in de vroege carrièrefase. Mannen vroeger vaker ‘established-investigator’-beurzen aan, zonder genderverschillen in honoreringspercentages.

Conclusie

Onder gepromoveerde artsen zijn de vroege carrièreperspectieven vergelijkbaar tussen mannen en vrouwen. Genderverschillen in de latere carrièrefase hingen samen met publicatieaantallen.

Auteursinformatie

Erasmus MC, Rotterdam. Afd. Epidemiologie: dr. S. Licher, epidemioloog en huisarts (in opleiding) (tevens: afd. Huisartsgeneeskunde); dr. F.J. Wolters, arts-epidemioloog (tevens: afd. Radiologie & Nucleaire Geneeskunde). Afd. Radiologie & Nucleaire Geneeskunde: prof.dr. M.W. Vernooij, neuroradioloog (tevens: afd. Epidemiologie). Erasmus Universiteit, afd. Bestuurskunde & Sociologie, Rotterdam: drs. D.L. van Helden, universitair docent management en organisatie. UMC Utrecht, afd. Expertisecentrum voor Onderwijs en Opleidingen, Utrecht: drs. M.M. Weggemans, arts-onderzoeker. Alzheimer Nederland, Team Wetenschappelijk Onderzoek, Amersfoort: C.B.J. van Deursen, MSc, adviseur wetenschappelijk onderzoek. Longfonds, Team Wetenschappelijk Onderzoek, Amersfoort: dr. S. Holverda, PhD research manager. Hartstichting, Den Haag: dr. M. van der Vaart, team manager research programs. KWF Kankerbestrijding, Amsterdam: M. Wijdenes, lead science liaisons.

Contact F.J. Wolters (f.j.wolters@erasmusmc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Verantwoording

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) droeg geanonimiseerde data aan over persoonsgebonden subsidies binnen het domein ZonMw van het NWO-Talentprogramma.

Auteur Belangenverstrengeling
Silvan Licher ICMJE-formulier
Daphne L. van Helden ICMJE-formulier
Margot M. Weggemans ICMJE-formulier
Coen B.J. van Deursen ICMJE-formulier
Bas Holverda ICMJE-formulier
Michiel van der Vaart ICMJE-formulier
Miranda Wijdenes ICMJE-formulier
Meike W. Vernooij ICMJE-formulier
Frank J. Wolters ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Public Health
Dit artikel wordt besproken in#53 Angst voor terugkeer kanker
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties