Samenvatting
Doel
(a) Beschrijven van trends in de tijd van het aantal uitgevoerde hartinterventies, (b) weergeven van de omvang van de wachtlijsten voor electieve hartinterventies volgens de wachttijdenenquête van de Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland (BHN), (c) toetsen van de omvang van de wachtlijsten aan de afgesproken normen (Treeknormen) en (d) bepalen van de betrouwbaarheid van de wachttijdenenquête.
Opzet
Prospectief.
Methode
Er werden gegevens gebruikt uit de maandelijkse wachttijdenenquête onder de 13 hartcentra in het land (1 januari 1999-30 november 2002) en uit de interventieregistratie (1 januari 1999-30 juni 2001); die registratie was compleet bij 10 centra. Enquête en registratie werden beide uitgevoerd door de BHN.
Resultaten
(a) Het aantal uitgevoerde percutane coronaire interventies nam toe. Het aantal uitgevoerde cardiochirurgische interventies bleef nagenoeg gelijk. (b) Het aantal patiënten dat op een percutane coronaire interventie wachtte, nam jaarlijks toe met 16. In november 2002 waren er 751 wachtenden. Het aantal patiënten dat op een cardiochirurgische interventie wachtte, nam jaarlijks toe met 20 tot augustus 2001. Daarna trad een daling op van 21. In november 2002 waren er 1557 wachtenden. (c) Het percentage patiënten dat binnen de Treeknorm werd behandeld, nam voor percutane coronaire en cardiochirurgische interventies af tot respectievelijk 78 en 53. (d) Het aantal wachtenden en de wachttijden volgens de wachttijdenenquête kwamen goed overeen met gegevens uit de interventieregistratie.
Conclusies
Het aantal wachtenden op hartinterventies nam toe. De lengte van de wachttijd voor hartinterventie voldeed steeds minder aan de Treeknorm. De maandelijkse wachttijdenenquête bleek een betrouwbare methode om de omvang van wachtlijsten voor electieve hartinterventies te meten.
Reacties