Samenvatting
Bij 108 patiënten die een in opzet curatieve operatie voor een rectum- of rectosigmoïdcarcinoom hadden ondergaan, werd retrospectief nagegaan hoe vaak een locoregionaal recidief was opgetreden. De betekenis van computertomografie van het kleine bekken en van andere diagnostische methoden wordt geanalyseerd. De conclusie luidt dat computertomografie (CT) van waarde kan zijn voor de periodieke nacontrole indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: een uitgangs-CT 6-10 weken na de operatie, gevolgd door tweemaal per jaar controle-CT-onderzoek, gecombineerd met periodiek klinisch onderzoek en bepaling van het CEA-gehalte.
Reacties