De vroege resultaten van de totale elleboogprothese volgens Souter-Strathclyde bij patiënten met reumatoïde artritis

- At the Department of Orthopaedic Surgery of Leiden Academic Hospital 13 Souter-Strathclyde total elbow prostheses were implanted in 12 patients with serious rheumatoid arthritis of the elbow during the period 1982-1985. It concerns a cemented, unconstrained prosthesis.

After a mean follow-up period of 2 years and 8 months, varying from 1 year to 4 years and 3 months, 10 patients with 11 total elbows were very much statisfied with the result. The pain was drastically lessened or had disappeared completely. The function of the elbow had very much improved. One patient died, without any connection with the operation. One elbow has been revised because of a direct postoperative irreducible luxation. There were no infections or clinical loosenings. Incomplete cement lines were seen frequently, in one case there was suspicion of radiological loosening.

Samenvatting

In de periode 1982-1985 werden op de afdeling Orthopaedie van het Academisch Ziekenhuis Leiden bij 12 patiënten met ernstige reumatoïde artritis van de elleboog 13 totale elleboogprothesen volgens Souter-Strathclyde geplaatst. Het betreft een gecementeerde prothese zonder vaste as. Na een gemiddelde nacontroleperiode van 2 jaar en 8 maanden waren 10 patiënten met een totale elleboogprothese volledig tevreden met het bereikte resultaat: de pijn was drastisch verminderd of geheel verdwenen en de functie van de elleboog sterk verbeterd. Eén patiënt was intussen overleden, zonder dat dit verband hield met de operatie. De prothese van één elleboog werd in verband met een direct na de operatie ontstane irreponibele luxatie vervangen. Er traden geen diepe infecties en geen klinisch waarneembare loslatingen op. Wel werden incomplete radiolucente lijnen rond het cement vaak waargenomen, bij 1 patiënt vermoedde men ‘radiologsiche’ loslating van de prothese.