Samenvatting
Doel
Beschrijven van de klinische, genetische en biochemische kenmerken van ‘short chain’-acyl-CoA-dehydrogenase(SCAD)-deficiëntie (SCADD), een metabole stoornis met variabele klinische verschijnselen, die is opgenomen in neonatale screeningsprogramma’s in delen van de Verenigde Staten en Australië, verhelderen van de genotype-fenotyperelatie en bediscussiëren van de neonatale screening op SCADD.
Opzet
Retrospectieve studie van 31 SCADD-patiënten en 8 SCADD-familieleden.
Methode
Patiënten en familieleden werden geïncludeerd als er biochemische SCADD-kenmerken aanwezig waren (verhoogde concentratie C4-carnitine en/of ethylmalonzuur) in combinatie met een mutatie en/of de c.511C> T- of c.625G> A-variant op elk ACADS-allel (ACADS is het gen dat codeert voor het SCAD-enzym). Patiënten werden verdeeld in 3 groepen: mutatie/mutatie-, mutatie/variant- en variant/variantgroep.
Resultaten
De geboorteprevalentie voor SCADD bedroeg minimaal 1:50.000. De meeste patiënten presenteerden zich vóór de leeftijd van 3 jaar, voornamelijk met ontwikkelingsachterstand, epilepsie, gedragsstoornissen en/of hypoglykemie. Het ACADS-genotype hield statistisch significant verband met biochemische, maar niet met klinische kenmerken. Van de 8 SCADD-familieleden hadden er 7 geen symptomen. Bij 5 van de 31 patiënten, onder wie 2 met ernstige symptomen, werd een tweede diagnose gesteld, die de symptomen kon verklaren.
Conclusies
SCADD kwam vaker voor dan wij aanvankelijk hadden aangenomen en de symptomen waren aspecifiek, vaak voorbijgaand of afwezig en niet gecorreleerd aan specifieke ACADS-genotypen. SCADD voldoet niet aan belangrijke neonatale screeningscriteria en is daarom niet geschikt voor opname in neonatale screeningsprogramma’s.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1678-85
Reacties