Wanneer men, zoals de auteur van dit artikel, het voorrecht heeft gehad sedert 1935 als arts werkzaam te zijn geweest in de sector van de seksualiteits- en vruchtbaarheidsproblematiek en heeft ervaren hoe de instelling van medisch Nederland ten opzichte van deze problematiek geleidelijk bijna volkomen in haar tegendeel is veranderd, dan is het wellicht zinvol na te gaan welke factoren die veranderingen hebben teweeggebracht. Hoewel deze beschrijving zich richt op de jaren na 1940, is het noodzakelijk eerst een summier overzicht te geven van de omstandigheden in de daaraan voorafgaande periode en van de destijds heersende opvattingen.
Men dient zich te realiseren dat het pakket van morele waarden dat men in de volwassenheid met zich draagt, grotendeels is ontleend aan wat werd bijgebracht in de vormingsjaren. Wie geboren en getogen was in de periode vóór 1940 – en dat gold praktisch voor iedereen die vóór 1960 medisch werkzaam was –…
Reacties