Zie ook de artikelen op bl. 987 en 1002.
De term ‘vasovagale syncope’ (synoniemen: flauwvallen, vasovagale reactie; Engels: ‘vasodepressor syncope’) beschrijft een plotseling en voorbijgaand verlies van het bewustzijn als gevolg van een afname van de bloedstroom naar de hersenen. De chirurg John Hunter (1728-1793) schreef: ‘I bled a lady but she fainted and while she continued in the fit the colour of the blood that came from the vein was a fine scarlet. The circulation was then very languid’.1 Wij denken nu dat Hunter de effecten waarnam van vaatverwijding tijdens flauwvallen. In 1932 introduceerde Thomas Lewis de term ‘vasovagaal’; daarmee benadrukte hij dat bij de vasovagale reactie zowel de bloedvaten (‘vaso’) als het hart (‘vagaal’) betrokken zijn.2
In dit artikel bespreken wij de vasovagale respons als een reflex die bij de mens onder uiteenlopende omstandigheden tot expressie kan komen. Daarbij gaan wij in op de huidige…
(Geen onderwerp)
Groningen, mei 1993,
Met grote belangstelling las ik het uitstekende overzichtsartikel van Van Lieshout, Wieling en Karemaker (1993; 989-95). Met betrekking tot de therapeutische mogelijkheden is echter een aanvulling op zijn plaats. Recentelijk zijn er publikaties verschenen over het mogelijk nuttige effect van β-blokkers bij de behandeling van de patiënt met recidiverende vasovagale collaps.12 Het betreft onderzoek bij voornamelijk jonge patiënten met neiging tot vasovagale collaps, met een positieve uitslag van de ‘head up tilt’-test (passief kiepen). Eigen observaties, ook bij oudere patiënten, al dan niet met positieve uitslag van de head up tilt-test, worden daarmee bevestigd. Hoewel toediening van β-blokkers voor een aandoening gekenmerkt door hypotensie en bradycardie in eerste instantie niet rationeel lijkt, is de werkzaamheid pathofysiologisch goed voorstelbaar. Zowel bij de vasovagale reactie van het ‘centrale type’ als bij die van het ‘perifere type’ maakt tijdelijke orthosympathische hyperactiviteit deel uit van de cardiovasculaire reflex die uiteindelijk leidt tot de collaps. Klinisch manifesteert zich dit in de bekende klachten en in de tachycardie en bloeddrukstijging die vaak voorafgaan aan de collaps. Ook het feit dat de vasovagale reactie gefaciliteerd wordt door β-mimetica (isoprenaline) is hiermee in overeenstemming.
Sra JS, Murthy VS, Jazayeri MR, et al. Use of intravenous esmolol to predict efficacy of oral beta-adrenergic blocker therapy in patients with neurocardiogenic syncope. J Am Coll Cardiol 1992; 19: 402-8.
Müller G, Deal BJ, Strasburger JF, Benson Jr DW. Usefulness of metoprolol for unexplained syncope and positive response to tilt testing in young persons. Am J Cardiol 1993; 71: 592-5.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, juni 1993,
Wij danken collega Van den Berg voor zijn nuttige aanvullende opmerking ten aanzien van behandeling van β-blokkade van patiënten met recidiverende vasovagale syncope. Bij geselecteerde jonge patiënten, bij wie ook wij deze behandeling toepassen, lijken de resultaten inderdaad gunstig. De resultaten van deze therapeutische benaderingswijze dienen echter zorgvuldig te worden geëvalueerd alvorens men deze als behandeling introduceert. Juist daarin schuilt een niet onbelangrijk probleem, omdat evaluatie van het therapeutische effect van β-blokkade bij vasovagale syncope door een aantal factoren wordt bemoeilijkt.
Ten eerste is er vooralsnog geen dubbelblind onderzoek voorhanden ten aanzien van de effectiviteit van β-blokkade bij recidiverende vasovagale syncope. Ten tweede is gebleken dat wanneer iemand tijdens passief kiepen flauwvalt, de kans om bij herhaling van de kieptest wederom flauw te vallen is afgenomen. Het feit dat de intra-individuele reproduceerbaarheid van een initieel positieve uitslag van de tilt-tafeltest niet meer dan ongeveer 70% bedraagt,12 beperkt de waarde ervan, zowel voor de diagnostiek als voor het vaststellen van de effectiviteit van een nieuwe behandelingsmethode. Ten derde voorkomt propranolol bij jonge patiënten met een aangetoonde neiging tot vasovagale reacties de syncope niet altijd.3
Wat betreft het mogelijke werkingsmechanisme van β-blokkade werd eerder gesuggereerd dat propranolol de activiteit van ventriculaire mechanoreceptoren doet afnemen.4 Dit zou betekenen dat β-blokkade vasovagale syncope wellicht kan helpen voorkómen door het neurale verkeer van en naar het hart te modificeren door middel van blokkade van zowel het afferente als het efferente pad.5 Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de fysiologische afname van de spierdoorbloeding tijdens orthostatische belasting door propranolol wordt versterkt,6 hoewel ook het tegendeel werd gerapporteerd.3 In het licht van de recente bevinding dat de spierdoorbloeding in een vroege fase van orthostatische belasting toegenomen is bij die personen bij wie zich vervolgens een vasovagale reactie ontwikkelt,7 zou modulatie van de spierdoorbloeding een tweede aangrijpingspunt voor β-blokkade kunnen betekenen.
Fitzpatrick AP, Theodorakis G, Vardas PE, Sutton R. Methodology of head-up tilt testing in patients with unexplained syncope. J Am Coll Cardiol 1991; 17: 125-30.
Buitleir M de, Grogan Jr EW, Picone MF, Casteen JA. Immediate reproducibility of the tilt-table test in adults with unexplained syncope. Am J Cardiol 1993; 71: 304-7.
Lipsitz LA, Marks ER, Koestner J, Jonsson PV, Wei JY. Reduced susceptibility to syncope during postural tilt in old age. Arch Intern Med 1989; 149: 2709-12.
Ferguson DW, Thames MD, Mark AL. Effects of propranolol on reflex vascular responses to orthostatic stress in humans. Role of ventricular baroreceptors. Circulation 1983; 67: 802-7.
Abboud FM. Ventricular syncope: is the heart a sensory organ? (Editorial). N Engl J Med 1989; 320: 392-4.
Bakris GL, Wilson DM, Burnett Jr JC. The renal, forearm, and hormonal responses to standing in the presence and absence of propranolol. Circulation 1986; 74: 1061-5.
Sneddon JF, Counihan PJ, Bashir Y, Haywood GA, Ward DE, Camm AJ. Impaired immediate vasoconstrictor responses in patients with recurrent neurally mediated syncope. Am J Cardiol 1993; 71: 72-6.