Samenvatting
- De jeugdgezondheidszorg(JGZ)-standaard ‘Opsporing visuele stoornissen 0-19 jaar’ besteedt aandacht aan het belang van tijdige opsporing van visuele stoornissen en geeft JGZ-werkers richtlijnen voor het signaleren van afwijkingen tijdens de reguliere contactmomenten.
- Kinderen tot 3 jaar worden onderzocht volgens de methode ‘Vroegtijdige onderkenning van visuele stoornissen’.
- Vanaf de leeftijd van 3 jaar is een plaatjeskaart (Amsterdamse plaatjeskaart of Lea Hyvärinen-kaart) geschikt voor een visusbepaling. Vanaf de leeftijd van 3,5 jaar wordt de Landolt-C-kaart aanbevolen.
- Screening op refractieafwijkingen na het 7e jaar en screening op stoornissen van de kleurzin zijn niet nodig.
- Kinderen geboren na een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken, kinderen met een belaste familieanamnese en verstandelijk gehandicapte kinderen hebben een verhoogd risico op een visuele stoornis.
Reacties