Zie ook de artikelen op bl. 1943 en 1956.
Anemie is in de huisartspraktijk een frequente bevinding, met name bij ouderen. Als anemie eenmaal is vastgesteld, halen patiënten én artsen vaak opgelucht adem; de oorzaak van de klachten lijkt gevonden, en effectieve therapie met ijzerpreparaten of vitaminen ligt in het verschiet. Niets is echter minder waar. De voorliggende standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) illustreert de complexiteit van de diagnostiek en behandeling van een anemie.1 2
In de NHG-standaard heeft men ervoor gekozen de indicatiestelling voor de bepaling van de hemoglobine-(Hb)-concentratie buiten de richtlijn te houden. Landelijk wordt evenwel bij veel patiënten ‘ter geruststelling’ bloed afgenomen in verband met allerlei vage klachten. Het op klinische gronden vermoeden van een anemie is ook geen eenvoudige zaak. Zo heeft bleekheid van gelaat, slijmvliezen en nagelbed in de klinische setting een sensitiviteit die sterk varieert, van 20-70, en een specificiteit…
Reacties