Zie ook de artikelen op bl. 2251 en 2261.
Allergische en niet-allergische rinitis komen bijzonder vaak voor: in de huisartsenpraktijk is de prevalentie 25-31 per 1000 patiënten per jaar. De herziene standaard ‘Allergische en niet-allergische rhinitis’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap is duidelijk, helder en goed onderbouwd.1 Vanuit de kno-heelkunde zijn er geen wezenlijk andere belangrijke opvattingen te melden, behoudens die aangaande de chirurgie. Bij andere onderwerpen brengen wij in dit artikel enkele nuanceringen aan.
In het gedeelte over de evaluatie van allergische rinitis staat in de standaard dat conchahypertrofie een ‘persisterende zwelling van het neusslijmvlies na ontzwellen met xylometazoline’ is. Vanuit de optiek van de kno-arts is het essentieel onderscheid te maken tussen hypertrofie van de concha inferior en van de concha media. Een hypertrofische concha media is meestal een zogenaamde concha media bullosa (de concha is dan gepneumatiseerd) dan wel een polypeus veranderde concha-mediakop. Concha-inferiorhypertrofie is…
Reacties