De sportzomer van de transparantie

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:B1301

artikel

Tijdens het EK voetbal krijgen we bij een wissel te zien hoeveel passes de speler heeft gegeven. Als ik een wielrenner volg via sociale media, weet ik alles over zijn trainingsarbeid. En aan het einde van elke set op Wimbledon word ik verhaald op een pagina statistiek over ‘unforced errors’ en ‘second serve in’. Die topsporters van tegenwoordig zijn vreselijk transparant. Kan ik nou op basis van die gegevens ook de wedstrijd reconstrueren of de uitslag voorspellen? Als de verschillen groot genoeg zijn, misschien wel. Maar omdat het in de sport sterk draait om creatieve momenten, mentale hardheid of geluk, is het antwoord: meestal niet.

In dit nummer trekken we vergelijkbare conclusies over het Jaar van de Transparantie (B1298). De grote gemene deler is dat er soms wel gegevens zijn, maar eigenlijk nooit informatie. Als iemand echt heel slecht scoort op een parameter, is dat misschien informatief genoeg om de Inspectie aan te zetten tot een bezoekje, maar binnen de gebruikelijke spreiding zijn deze gegevens ofwel volstrekt waardeloos ofwel slechts te interpreteren door een deskundige.

Transparantie roept bij mij veel vragen op. Is dit nu een rituele dans, die we vooral ook bij de wielrenners zien, om de wereld te laten geloven dat we eerlijk bezig zijn? Willen we weten wie de beste is en weten we dan ook wat dat ‘beste’ inhoudt? Willen we behandelingen standaardiseren en is dat dan goede zorg? De beste spitsen ter wereld zijn bijvoorbeeld niet bepaald standaard: een kleine baltovenaar, een egoïstische mooiboy en een slungelige krachtpatser. Evenzo kan je Wimbledon winnen met een enkelhandige of dubbelhandige fore- of backhand. Blijkbaar zijn er vele wegen die naar Rio leiden. En daar komt nog bij dat de meeste patiënten helemaal geen behoefte hebben aan deze informatie (A8164 en A8664). Dat blijkt ook weer uit het bedroevende aantal bezoekers op de transparantiewebsites.

In dit nummer staan 2 prachtige voorbeelden over de ‘intransparantie’ van ons vak. Lung Jeung en collega’s vertellen over een patiënt bij wie jarenlang de verkeerde diagnose werd gesteld, terwijl haar dokters deskundig en betrokken hadden gehandeld (A9810). Dapper en belangrijk dat de auteurs deze casus met ons delen. Elders schrijven Coen van Bennekom et al. over de onzichtbare gevolgen van hersenletsel (A9608). Als aan de buitenkant weinig te zien is, vergt het vakkennis, ervaring en betrokkenheid om de zorgvraag van patiënten zichtbaar te maken.

We kunnen echter wel degelijk iets leren van topsporters, die over het algemeen dol zijn op gegevens. Samen met hun coaches plaatsen ze deze in perspectief en zoeken ze naar ingangen voor verdere verbetering. Wij moeten ook beter kijken naar wat we kunnen leren van de beschikbare gegevens en misschien moeten we daar zelfs een coach voor in de arm nemen.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties