Samenvatting
Een beperkte analyse van de gegevens van de Continue Gezondheidsenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek aangaande lichamelijke beperkingen bij de thuiswonende Nederlandse bevolking 19861988 en van enkele validiteitsgegevens van verpleeghuispatiënten in 1991 van de Stichting Informatiecentrum voor de Gezondheidszorg bevestigde het vermoeden dat de kans op ongewenst urineverlies in geval van beperkingen op het terrein van zich voortbewegen, van houding veranderen, doelgericht handelen, communicatie en conditie aanzienlijk vergroot is; dit bleek het geval te zijn op alle leeftijden, bij beide geslachten, bij alleen- en samenwonenden.
Nader onderzoek is geboden om de samenhang tussen deze beperkingen onderling en de samenhang met ongewenst urineverlies in kaart te brengen ter bevordering van een doelmatige diagnostische en therapeutische benadering van ongewenst urineverlies; daartoe is het vooral van belang te onderzoeken in welke mate de stoornissen en beperkingen bijdragen aan de feitelijke handicap.
Reacties