De resultaten van een 2e coronaire bypass-operatie bij 200 patiënten

Onderzoek
J.A. Verheul
A.C. Moulijn
S. Hondema
M. Schouwink
A.J. Dunning
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:127-31
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepaling van de klinische resultaten op lange termijn van een 2e coronaire bypass-operatie zonder verdere ingrepen.

Opzet

Prognostisch onderzoek, retrospectief samengestelde cohort opeenvolgende patiënten die een 2e coronaire bypass-operatie ondergingen, met een prospectieve follow-up (99,5 compleet) met een gemiddelde duur van 34 maanden (maximum 120). Informatie werd verzameld door geprotocolleerde herbeoordeling van de klinische gegevens, van hartcatheterisatie- en coronaria-angiografie-gegevens en van een vragenlijst voor zowel de cardioloog als de huisarts.

Plaats

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Patiënten en methoden. Het ging om 200 patiënten, in de periode november 1978-april 1987; 169 mannen en 31 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 58,4 jaar, van wie 7 ouder dan 70 jaar, met ernstige angina pectoris: bij 64 bestond angina pectoris klasse IV volgens de criteria van de New York Heart Association (NYHA), bij 70,5 een 3-vaats-coronaria-aandoening en bij 21,5 een slechte functie van de linker ventrikel. Patiënten werden behandeld met een 2e coronaire bypass-operatie wegens medicamenteus onbehandelbare angina pectoris; de operatie werd na gemiddeld 58 maanden verricht, waarbij gemiddeld 3,3 distale anastomosen werden aangelegd.

Uitkomstvariabelen

Operatieve sterfte en morbiditeit (myocardinfarct, pompfalen), beloop na ontslag (klinische behandeling wegens myocardinfarct, coronaria-angioplastiek, een 3e coronaire bypass-operatie of late sterfte) en de klinische toestand aan het einde van de onderzoeksperiode.

Resultaten

De operatieve sterfte (binnen 30 dagen) bedroeg 7,5 met een additionele cardiale morbiditeit bij 11,5 van de patiënten. Multivariate analyse toonde een vergroot risico aan bij patiënten met een slechte functie van de linker ventrikel (relatief risico 3, 1; 95 -betrouwbaareeidsinterva (BI), 111,9) en bij vrouwen (relatief risico 3,6; 95-BI 1,4-9,0). De overlevingsduur na ontslag werd berekend op 84 na 5 jaar en de kans om zonder myocardinfarct, nieuwe interventie of cardiale sterfte te blijven was 64 na 5 jaar. Aan het einde van de follow-up-periode was 79,5 van de patiënten in een goede klinische toestand; 35 van hen was zelfs geheel zonder klachten. Het gunstig resultaat nam af met de tijd en daalde naar ongeveer 50 in 5 jaar.

Conclusie

Een 2e coronaire bypass-operatie draagt een toegenomen operatierisico, maar de overlevingsduur is goed en een meerderheid van de patiënten heeft in de eerste 5 jaar na de 2e operatie een goede klinische toestand.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Cardiologie: J.A.Verheul en prof.dr.A.J.Dunning, cardiologen; M.Schouwink, medisch student.

Afd. Cardiopulmonale Chirurgie: dr.A.C.Moulijn, cardiopulmonaal chirurg; S.Hondema, assistent-geneeskundige.

Contact J.A.Verheul

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties