Samenvatting
– Er zijn in Nederland aanzienlijke gezondheidsverschillen naar burgerlijke staat; dit geldt voor subjectieve en objectieve maten, voor psychische en somatische gezondheid en voor morbiditeit en mortaliteit. Gescheiden personen hebben vrijwel steeds de meeste en gehuwde personen de minste gezondheidsproblemen.
– Gehuwden hebben minder gezondheidsproblemen dan ongehuwd samenwonenden.
– De sterfteverschillen naar burgerlijke staat zijn bij vrouwen kleiner dan bij mannen.
– Er zijn twee verklarende theorieën: de sociale-causatietheorie (burgerlijke staat beïnvloedt gezondheid) en de selectietheorie (gezondheid beïnvloedt burgerlijke staat). Beide theorieën spelen een rol in de verklaring van de gezondheidsverschillen.
– Het effect van de burgerlijke staat op de gezondheid verloopt bij mannen vooral via psychosociale factoren en bij vrouwen via materiële omstandigheden.
– Interventie met het oog op gezondheid zou bij ongehuwde mannen vooral gericht moeten zijn op intensiveren van de sociale steun uit de omgeving en bij gescheiden vrouwen op verbeteringen van de materiële omstandigheden.
Reacties