Samenvatting
Doel
Evaluatie van de prognostische betekenis van histologische classificatie en stadiëring voor de overlevingsduur bij patiënten met maligne non-Hodgkin-lymfoom (NHL).
Opzet
Retrospectief onderzoek.
Plaats
Academisch Ziekenhuis St. Radboud, Nijmegen.
Methode
Alle 346 patiënten met primair NHL die in de periode januari 1978-december 1990 naar onze afdeling verwezen werden, werden in dit onderzoek betrokken. De observatieperiode eindigde 1 september 1991. Bij de patiënten van vóór 1982 werd de gradering volgens de ‘international working formulation’ (IWF) retrospectief vastgesteld. De overlevingsduur (Kaplan-Meier) werd vastgesteld in samenhang met de histologische typering volgens de Kiel-classificatie en de gradering volgens de IWF, stadiëring volgens de Ann-Arbor-classificatie, leeftijd, geslacht, omvang tumormassa, aantal extranodale lokalisaties, serum-lactaatdehydrogenase (LDH)-activiteit en BSE. De betekenis van de prognostische factoren werd geanalyseerd met univariate en multivariate voorwaartse regressieanalyse.
Resultaten
De patiëntengroep bestond uit 209 mannen en 137 vrouwen met een mediane leeftijd van 56 jaar (15-85). Bij 8 van de patiënten werd geen initiële behandeling ingesteld. Na een mediane observatieperiode van 52 maanden waren 179 patiënten overleden (52); de mediane geschatte overlevingsduur bedroeg 49 maanden. Patiënten met een laag maligne NHL hadden een significant betere prognose dan de overigen. Alleen de prognose voor patiënten met stadium 1 was significant gunstiger dan voor degenen met verder gevorderde ziekte. In de multivariate analyse bleken in volgorde van belangrijkheid: de serum-LDH-activiteit, de leeftijd, het stadium en de histologische maligniteitsgraad de belangrijkste onafhankelijke prognostische graadmeters.
Conclusie
Histologische classificatie en stadiëring hebben onafhankelijke prognostische betekenis behouden voor de overleving van patiënten met NHL. De serum-LDH-activiteit was in deze groep patiënten de belangrijkste prognostische graadmeter.
Reacties