De prevalentie van parkinsonisme en de ziekte van Parkinson bij ouderen; het ERGO-onderzoek

Onderzoek
M.C. de Rijk
M.M.B. Breteler
G.A. Graveland
A. Ott
F.G.A. van der Meché
A. Hofman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:196-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Het bepalen van de prevalentie van parkinsonisme en de ziekte van Parkinson bij mensen van 55 jaar en ouder.

Opzet

Dwarsdoorsnede-bevolkingsonderzoek.

Plaats

De wijk Ommoord, Rotterdam.

Methode

Bij 6969 responderende personen van 55 jaar en ouder werd in het kader van het ‘Erasmus Roterdam gezondheid en ouderen’ (ERGO)-onderzoek door screening met een interview en met aanvullend neurologisch onderzoek naar aanwijzingen voor parkinsonisme gezocht. Degenen die mogelijk parkinsonisme hadden, alsmede de patiënten die antiparkinson-medicatie gebruikten of die zeiden de ziekte van Parkinson te hebben, werden verder onderzocht.

Resultaten

De prevalentie in de onderzoekspopulatie was voor parkinsonisme, inclusief de ziekte van Parkinson, 1,9 (1,6 bij mannen en 2,0 bij vrouwen) en voor de ziekte van Parkinson 1,4 (1,2 bij mannen en 1,5 bij vrouwen). De prevalentie in 10-jaars-leeftijdscategorieën van 55 tot 95 jaar nam voor parkinsonisme toe van 0,4 tot 5,9 en voor de ziekte van Parkinson van 0,3 tot 4,3. Bij 12 van de patiënten met de ziekte van Parkinson werd de diagnose voor de eerste maal gesteld.

Conclusie

De prevalentie van parkinsonisme en van de ziekte van Parkinson neemt toe met de leeftijd. Deze toename van de prevalentie zet zich ook voort in de hoogste leeftijdscategorieën.

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit, Instituut Epidemiologie en Biostatistiek, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

M.C.de Rijk (tevens: Academisch Ziekenhuis Dijkzigt-Rotterdam, afd. Neurologie en Interfacultair Centrum voor Verouderingsvraagstukken, Rotterdam); mw.dr.M.M.B.Breteler en A.Ott, artsen-epidemiologen; prof.dr.A.Hofman, arts-epidemioloog.

Academisch Ziekenhuis Dijkzigt-Rotterdam, afd. Neurologie, Rotterdam.

Mw.G.A.Graveland en prof.dr.F.G.A.van der Meché, neurologen.

Contact M.C.de Rijk

Verantwoording

Namens de ERGO-onderzoeksgroep, verder bestaande uit: mw.J.G.van der Bom, dr.M.L.Bots, mw.ir.J.H.den Breeijen, ing.A.M.de Bruijn, mw.M.C.de Bruijne, dr.H.Burger, dr.J.J.Claus, P.L.A.van Daele, mw.dr.I.Dielemans, mw.dr.C.M.van Duijn, mw.drs.J.M.Geleijnse, prof.dr.D.E.Grobbee, dr.A.W.Hoes, prof.dr.P.T.V.M.de Jong, mw.C.C.W.Klaver, C.E.D.H.de Laet, mw.dr.L.J.Launer, mw.ir.L.I.Mennen, A.Mosterd, mw.dr.E.Odding, H.Pleumeekers, dr.H.A.P.Pols, R.S.Ramrattan, mw.ir.C.T.M.van Rossum, dr.R.P.Stolk. dr.J.R.Vingerling, mw.M.C.Visser, mw.dr.J.C.M.Witteman, R.C.W.Wolfs.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties