Samenvatting
Bij een cohort van 2690 jongens werd in de eerste 4 levensjaren door de consultatiebureau-arts regelmatig de testislokalisatie genoteerd. Bij slechts twee derde van hen werden steeds de testes in het scrotum aangetroffen, zodat per peildatum een hoge frequentie van niet-indaling (3-9) leek te bestaan. Aangenomen dat alleen testes die nooit spontaan in het scrotum werden gevonden als niet ingedaald kunnen worden beschouwd, bleek dit slechts bij 0,4 van de 4-jarige jongens voor te komen, vrijwel steeds eenzijdig. Alle extrascrotaal gelegen, maar in het scrotum instrijkbare testes bleken ooit wel spontaan in het scrotum te zijn aangetroffen. Hoewel bij de periodieke rapportage een groot aantal jongens van de cohort uit het oog werd verloren, kon worden vastgesteld dat dit de conclusies over de prevalentie niet beïnvloedde.
Frequent vastleggen van de testislokalisatie vanaf geboorte tot ten minste 4 jaar is de beste manier om onnodige behandeling te voorkomen, mits men vóór behandeling de gegevens van voorafgaand onderzoek opvraagt.
Reacties