Samenvatting
De ‘Pharmacia differential atopy’ (Phadiatop)-test, een nieuwe in vitro-test in de diagnostiek van inhalatie-allergie, werd beoordeeld in relatie tot de radioallergosorbent-test (RAST), een bepaling van het specifiek immunoglobuline E(IgE)-gehalte en hiertoe uitgevoerd op zeven in Nederland algemeen voorkomende inhalatie-allergenen, en vergeleken met de paper-radio-immunosorbent-test (PRIST), een bepaling van het totaal IgE-gehalte. Deze tests werden bij 248 patiënten, in leeftijd variërend van 12-64 jaar en in het voorafgaande jaar door de huisarts behandeld met geneesmiddelen tegen astmatische aandoeningen, bepaald. De uitslag van de RAST werd positief beschouwd bij klasse ≥ 2 en die van de PRIST werd verhoogd beschouwd bij een waarde ≥ 200 kUl, ≥ 150 kUl en ≥ 100 kUl in respectievelijk de leeftijdsgroepen 12-14 jaar, 15-16 jaar en 17-64 jaar. De uitslag van de Phadiatop-test werd als positief of negatief opgegeven.
De voorspellende waarde van de Phadiatop-test voor een positief RAST-resultaat bedroeg 100 en voor een negatief RAST-resultaat 97,1, terwijl van de PRIST deze waarden respectievelijk 84,7 en 71,2 bedroegen.
Geconcludeerd wordt dat de Phadiatop-test een waardevolle test is om sensibilisatie voor algemeen voorkomende inhalatieallergenen aan te tonen of uit te sluiten.
Reacties