De operatieve behandeling van het hypoplastisch linkerhartsyndroom: beperkt succes

Onderzoek
R.F. Plantinga
I.M.E. Frohn-Mulder
H.J.M. Takkenberg
G.B.W.E. Bennink
E.J. Meijboom
A.J.J.C. Bogers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:85-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Inventarisatie van de behandeling van patiënten met het hypoplastisch linkerhartsyndroom (HLHS) en de resultaten daarvan.

Opzet

Retrospectief.

Methoden

Gegevens werden verzameld over alle patiënten (n = 117) gediagnosticeerd met HLHS in het Wilhelmina Kinderziekenhuis-Universitair Medisch Centrum Utrecht en het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis, en geboren in de periode 1 maart 1988-31 mei 2000. Tijdstip en type van interventie en eventueel overlijden werden vastgelegd en hieruit werd de cumulatieve overlevingskans berekend volgens de Kaplan-Meier-methode. De overlevingskansen in 2 tijdsperioden (operatie vóór versus vanaf 1 juni 1996) werden met elkaar vergeleken evenals de overlevingskansen in de 2 hartcentra.

Resultaten

De onderzoeksgroep bestond uit 68 jongens en 49 meisjes, allen pasgeborenen. Ten tijde van het onderzoek was de gemiddelde follow-upduur 185 dagen (uitersten: 0-3855). Bij 58 kinderen was geabstineerd; zij waren allen overleden. Bij 59 kinderen zou de Norwood-procedure worden uitgevoerd; van hen overleden 6 preoperatief. De 53 kinderen die de eerste fase van deze ingreep ondergingen, hadden een 1-maands-, 1-jaars-, 2-jaars- en 5-jaarsoverlevingskans van respectievelijk 55, 30, 27 en 24. Er waren geen statistisch significante verschillen tussen zowel de twee tijdsperioden als tussen de twee hartcentra.

Conclusie

De Norwood-procedure was bij een kleine helft van de kinderen met HLHS uitgevoerd. De ingreep leverde een beperkt succes op, maar is in Nederland de enige reële optie op overleving.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum, Wilhelmina Kinderziekenhuis, Kinderhartcentrum, Postbus 85.090, 3508 AB Utrecht.

R.F.Plantinga, student-onderzoeker (tevens: Erasmus Universitair Medisch Centrum, Thoraxcentrum, Rotterdam); dr.G.B.W.E.Bennink, cardiothoracaal chirurg; dr.E.J.Meijboom, kindercardioloog.

Erasmus Universitair Medisch Centrum, Rotterdam.

Afd. Kindercardiologie: mw.I.M.E.Frohn-Mulder, kindercardioloog.

Thoraxcentrum: mw.H.J.M.Takkenberg, arts-wetenschappelijk onderzoeker; prof.dr.A.J.J.C.Bogers, cardiothoracaal chirurg.

Contact dr.E.J.Meijboom

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties