artikel
Nederland heeft een minister van Preventie nodig of, zoals Johan Mackenbach vorig jaar in NRC Handelsblad verzuchtte, een echte minister van Gezondheid (6 april 2009). Helaas, die komt er niet, want van een regering die denkt dat roken in kleine cafeetjes een grondrecht is, verwacht ik qua preventie geen visionair beleid. Zo’n regering heeft nog geen minuut nagedacht over de portefeuille van de minister van Volksgezondheid en heeft alleen de zorg en de kosten daarvan op het netvlies staan. Momenteel wordt vrijwel het gehele budget voor gezondheidszorg opgesoupeerd in de curatieve en de zorgsector. Voor preventie zijn slechts enkele procenten gereserveerd. Gelukkig hebben we een eerstelijnszorg waarin de huisartsen de eerste schifting doen en veel patiënten goedkoop en naar volle tevredenheid behandelen, want anders was er helemaal niets meer over voor preventie.
Van die kostenstijging zou ik trouwens ook nerveus worden, want die valt niet te beteugelen als je kritiekloos aanneemt dat alles wat kan ook moet kunnen. En dan ook nog de kritiek krijgen dat we op de ranglijst van de gezondste volken wegzakken. Het woord ‘minder’ bestaat niet in de curatieve sector. Meer is goed wanneer dit ook daadwerkelijk de patiënt ten goede komt. Nu kan de medische sector zich vaak niet beheersen en voordat is aangetoond dat die dure magische tests en behandelingen ook werkelijk nuttig zijn, worden ze al volop gebruikt en zijn er al weer nieuwe in de maak. ‘In Amerika doen ze dit al’ is een veel gebruikt argument. Inderdaad, en dat land heeft niet voor niets de duurste gezondheidszorg, maar het staat wel onderaan het ranglijstje van gezondste landen.
Uit vrijwel alle onderzoek blijkt dat gemiddeld circa 50% van de voortijdig optredende ziekte vermijdbaar is. Vrijwel iedereen onderhoudt zijn huis zodat het niet van ellende in elkaar zakt. Alleen onze overheid weigert de vele kennis die op het terrein van de preventieve gezondheidszorg aanwezig is, te gebruiken en dreigt daardoor de gezondheid van de Nederlander ernstig tekort te doen. Hulde aan Van de Kerkhof en collega’s die proberen tegen lage kosten ernstige ziekten te voorkomen (A1860, bl. 1891). Uiteraard moet de toekomst uitwijzen of het door hen beschreven preventieconsult leidt tot verlaging van het absolute risico op cardiovasculaire ziekten. De mens is nu eenmaal dol op testjes. Iets doen met die testuitslag is helaas van een heel andere orde en het is ook maar de vraag of het de taak van de dokter is om iemand te vertellen dat hij te dik is. Het is tijd voor een sterke preventieve sector en een minister die dat ziet.
Reacties