Samenvatting
Doel
Onderzoeken van de validiteit van de ‘Mini-mental state’ (MMS)-schaal in een neurologische patiëntenpopulatie.
Opzet
Vergelijkend onderzoek van de resultaten van neuropsychologische tests en de totaalscore van de MMS.
Plaats
De afdeling NeurologieNeuropsychologie van het Academisch Ziekenhuis in Leiden.
Methoden
In totaal werden 147 patiënten onderzocht. Op basis van de deterioratie-index (verkregen uit de testuitslagen van het neuropsychologisch onderzoek) werden 108 patiënten ingedeeld volgens DSM-III-R-criteria in een groep demente (n = 63) en een groep niet-demente patiënten (n = 45); de overige 39 patiënten hadden specifieke cognitieve functiestoornissen. Het onderscheidingsvermogen van de deterioratie-index en de MMS werd vergeleken; sensitiviteit en specificiteit werden bepaald bij verschillende grensscores van de MMS.
Resultaten
De MMS had een beperkt vermogen om demente en niet-demente patiënten te onderscheiden, en de MMS-totaalscore werd in sterke mate beïnvloed door premorbide intellectueel niveau, beroepsniveau en leeftijd. Het verhogen van de grensscore naar 25 punten leverde ten aanzien van de verhouding sensitiviteit (79) en specificiteit (84) een verbetering op ten opzichte van de oorspronkelijke grensscore van 23 (respectievelijk 68 en 93).
Conclusie
De diagnostische waarde van de MMS is zeer beperkt, met name bij patiënten voor wie een juiste diagnose het meest relevant is.
Reacties