Inleiding en probleemstelling
Door de gestadige groei van de levensverwachting bij vrouwen bedraagt de postmenopauzale levensfase voor vijftigjarige vrouwen thans gemiddeld dertig jaar. De postmenopauze kan, mede als gevolg van de daling van de eigen oestrogeenproduktie, gepaard gaan met klachten, problemen en met veranderingen die risico's en gevaren met zich meebrengen.
Vooral in de jaren zestig en vooral in de Verenigde Staten werden oestrogeenpreparaten voorgeschreven ter bestrijding van klachten, in het bijzonder van vasomotore labiliteit (warmte-opwellingen, nachtelijk transpireren) en atrofische colpitis. In de V.S. werden oestrogenen ook voorgeschreven tegen veroudering, of althans ter instandhouding van een geslachtsrijp vrouwelijk voorkomen (‘feminine forever’). In de jaren zeventig werd echter aangetoond dat de exogene toediening van oestrogenen de kans op endometriumcarcinoom vier tot acht maal deed toenemen. Ook kwamen in diezelfde periode andere kwalijke effecten aan het licht van oestrogeentherapie op andere indicaties (bijvoorbeeld vaginacarcinoom bij DES-dochters). Bovendien heersten geruchten en twijfel over…
Reacties