Samenvatting
- Patiënten met niet-gedisloceerde of geïnclaveerde collumfracturen worden doorgaans kopsparend geopereerd en de fractuur wordt intern gefixeerd.
- In de huidige richtlijn staat dat bij patiënten met niet-gedisloceerde collumfracturen een conservatieve behandeling overwogen kan worden. Dit geldt voor patiënten met een 'gezond' patiëntenprofiel en bij patiënten die hun gebroken heup al hebben belast.
- Uit dit literatuuroverzicht blijkt dat de conservatieve behandeling van patiënten met niet-gedisloceerde collumfracturen faalt bij ongeveer 30% van de patiënten.
- Meestal krijgt een patiënt bij wie conservatieve behandeling heeft gefaald een kop-halsprothese of een totale heupprothese.
- De plaatsing van een kop-halsprothese heeft een hoger chirurgisch en anesthesiologisch operatierisico vergeleken met de interne fixatie van niet-gedisloceerde collumfracturen.
- Gezien de kwaliteit van de operatietechnieken en de verbetering van de perioperatieve zorg is het operatierisico beperkt en moet sterk worden overwogen niet-gedisloceerde collumfracturen direct intern te fixeren bij alle patiënten met een levensverwachting langer dan 2 weken.
Reacties