Samenvatting
- Er wordt tegenwoordig vaker, eerder en beter diagnostiek verricht, waardoor afwijkingen of voorstadia die vroeger onontdekt bleven, worden gedetecteerd: er blijkt een groot subklinisch reservoir van tal van aandoeningen te bestaan.
- Intensievere en gevoeligere diagnostiek leidt doorgaans tot hogere ziekteprevalentiecijfers, met als gevolg een schijnbare toename van ziekterisico, het onnodig verder onderzoeken, behandelen en controleren van individuen en het overschatten van de effecten van therapie. Hierdoor kan zelfs een vicieus proces in gang worden gezet.
- Er is meer aandacht nodig voor een zodanig gebruik van diagnostiek dat het vaker en eerder ontdekken van ziekte daadwerkelijk profijt voor de patiënt oplevert. Het bewijs daarvoor moet worden ontleend aan wetenschappelijk (bevolkings)onderzoek naar de omvang en de ernst van ziektelast, de determinanten van de progressie, de ernst van afwijkingen en ziekten en het nut van (vroege) behandeling.
Reacties