Zie ook het artikel op bl. 473.
Schildklierkanker is een aandoening met een geringe incidentie (1/200.000/jaar) in Nederland, maar, vanwege de gunstige prognose, een relatief hoge prevalentie (1/2000).
Een consequentie van aandoeningen met een geringe incidentie en een gunstige prognose is dat er een grote diversiteit kan ontstaan in behandelingsprotocollen, die vaak zijn gebaseerd op eigen ervaring of eigen analyse van de literatuur. Consensusbijeenkomsten zijn dan bedoeld om op grond van een wetenschappelijke analyse van de beschikbare literatuur en onderzoeksgegevens te komen tot een gemeenschappelijke benadering.
De bewijsvoering wat betreft de klinische effectiviteit van interventies bij schildkliercarcinoom is meestal niet gebaseerd op gerandomiseerde prospectieve studies, maar vaak op observationele studies of retrospectieve analysen. Belangrijke problemen met deze analysen zijn de heterogene samenstelling van de cohorten, de multipele interventies die vaak niet gelijk over de diverse patiënten- en tumorcategorieën zijn verdeeld en veranderingen qua beleid in de vaak langdurige registratieperiode…
Reacties