artikel
Deze week 100 jaar geleden – op het elfde uur van de elfde dag van de elfde maand – maakte een wapenstilstand een einde aan de vijandelijkheden van de Eerste Wereldoorlog. Ruim vier jaar strijd op fronten in West-Europa, Oost-Europa, Afrika en het Midden-Oosten kostte 15 tot 19 miljoen soldaten en burgers het leven. Ongeveer 23 miljoen soldaten liepen een verwonding op. De industriële inzet van artillerie, machinegeweren en gifgassen confronteerde artsen met de meest afschuwelijke verwondingen.
De oorlog gaf een impuls aan de ontwikkeling van nieuwe behandelingen en medische hulpmiddelen in onder meer de plastische chirurgie, anesthesiologie, radiologie en transfusiegeneeskunde. In de afgelopen vier jaar verscheen in dit tijdschrift een serie artikelen die deze ontwikkelingen – en de daarvoor verantwoordelijke personen – voor het voetlicht bracht. In dit nummer wordt deze serie afgesloten met een minispecial.
De artsen die hierbij onbesproken blijven, zijn de tallozen die aan beide kanten van het conflict – al dan niet vrijwillig – hun land dienden. In 1918 was meer dan de helft van de Britse artsen in dienst van het leger, het merendeel in Frankrijk en België. In totaal sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog 470 officieren van het Royal Army Medical Corps. De hoogst gedecoreerde Britse soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog was de arts Noel Chavasse. Voor moed, dapperheid en toewijding ontving hij het Military Cross en daarna als enige twee maal het Victoria Cross, de hoogste Britse militaire onderscheiding. Hij verdiende zijn tweede Victoria Cross voor een actie waarbij hij zelf gewond raakte, maar weigerde hij zijn post te verlaten en er meerdere keren op uit ging om gewonde soldaten te verzorgen en in veiligheid te brengen. Op 4 augustus 1917 bezweek hij aan zijn verwondingen.
De oorlog bracht ook de slechte kant van de geneeskunde naar boven. Zij diende vooral om het aantal manschappen op peil te houden en droeg zo bij aan de lange duur van de oorlog. Het beroepsgeheim raakte gecorrumpeerd (D3464), chemische wapens werden ontwikkeld (D3366) en zwaar getraumatiseerde soldaten werden door psychiaters teruggestuurd naar het front (A9232). De serie stelt daarmee vragen over onze rol als individuen en als beroepsgroep die 100 jaar na dato nog steeds relevant zijn.
Reacties