Diabetes mellitus wordt gekarakteriseerd door een insulinetekort of door biologische onwerkzaamheid van insuline en soms door beide. Insulinebepalingen helpen niet bij het stellen van de diagnose, meting van het bloedsuikergehalte wel. De vraag is dan welk bloedsuikergehalte nog normaal is.
De functie van de ?-cellen wordt bepaald na toediening van een grote hoeveelheid glucose per os of intraveneus. Daartoe wordt, in snel resorbeerbare vorm en binnen 5 minuten, ruwweg een vijfde à een kwart van de totale hoeveelheid eenvoudige en samengestelde koolhydraten die de voeding per etmaal bevat, toegediend. Het verband tussen deze belasting en de fysiologie is ver te zoeken. Het is geen wonder dat de interpretatie van de glucosetolerantietest (GTT) door verschillende onderzoekers alleen gelijkluidend zal zijn als stringente criteria worden aangehouden voor de voorbereiding en uitvoering van het onderzoek. Storende factoren zoals ondervoeding, inactiviteit, roken tijdens de test, een infectieuze, cardiovasculaire of maligne aandoening en gebruik van…
Reacties