De geconjugeerde horizontale dwangstand van de ogen.

Media
C.C. Tijssen
J. van Gijn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1235
Download PDF

artikel

C.C.Tijssen, De geconjugeerde horizontale dwangstand van de ogen. Een klinisch en neurofysiologisch onderzoek. Proefschrift Katholieke Universiteit te Nijmegen, 23 november 1988 (promotor: prof.dr.B.P.M.Schulte).

De patiënt die ‘zijn haard verwijtend aankijkt’ is een verschijnsel uit de neurologie dat welhaast iedere arts lang bijblijft. Hoewel de eerste beschrijving van de ‘deviation conjuguée’ reeds uit 1868 stamt, zijn de gangbare verklaringen ervoor nog niet sluitend. De schrijver van dit proefschrift heeft deze lacunes onderkend en doet verslag van nieuwe waarnemingen in een prospectieve opzet. Een van de belangrijkste bevindingen is dat het verschijnsel verhoudingsgewijs vaak vóórkomt bij aandoeningen (meestal infarcten) van de rechter hersenhelft; links wordt het alleen bij zeer uitgebreide aandoeningen gevonden. Voorts blijkt er een verband te bestaan tussen de dwangstand van de ogen naar rechts en ruimtelijke verwaarlozing links. Bij herstel van de stoornis werd dit gevolgd met behulp van elektronystagmografisch onderzoek. Bestudering van de computertomogrammen van de hersenen leerde dat het verschijnsel niet aan één bepaalde plaats in een hersenhelft gebonden is. Het werk is opvallend helder geschreven, en de resultaten verdienen aandacht, ook buiten onze grenzen.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties