Samenvatting
Veel mensen beginnen rond hun 60e meer moeite te krijgen met taken die een beroep doen op het prospectief geheugen en het vinden van woorden en namen. Bezorgd dat deze klachten wijzen op het begin van de ziekte van Alzheimer vullen zij online-zelftests in of raadplegen ze hun huisarts. Bij verreweg de meeste mensen duiden de klachten op een volstrekt natuurlijke ouderdomsvergeetachtigheid. Om verdere achteruitgang te vertragen zouden artsen hun patiënten moeten aanmoedigen sociaal actief te blijven. Bij patiënten met lichte cognitieve beperkingen (‘mild cognitive impairment’) moet de arts beducht zijn op het ontkennen of bagatelliseren van geheugenklachten, zeker als die van invloed zijn op het beroepsmatige functioneren in beroepen als piloot of huisarts. Door het ontbreken van formele jaarlijkse keuringen hebben ouder wordende artsen de plicht zichzelf en hun collega’s in de gaten te houden.
Reacties