De epidemiologie van hepatitis A in Nederland, 1957-1998

To describe the incidence of hepatitis A in the Netherlands, 1957-1997 to find an explanation for the increase in 1998.

Design

Descriptive.

Setting

National Institute of Public Health and Environment (RIVM), Bilthoven, the Netherlands.

Method

Following an increase of the number of hepatitis A notifications in 1998 the national notification data over the period 1957-1997 were examined. The impact of waning natural immunity in the Dutch population and of the annual influx from high-endemic countries on the epidemiology of hepatitis A was studied.

Results

The number of notifications declined considerably in the early sixties and stabilised in the seventies at 5-7 notifications per 100,000 inhabitants. The age distribution over time showed that the proportion of cases in children is still the largest, although the proportion of notifications of adult cases increased slightly over time. A seasonal fluctuation was demonstrated by a steep increase in the number of notifications among non-Dutch children in autumn, with the infection acquired abroad, probably in Morocco or Turkey, followed by an increase among children and adults who acquired their infection in the Netherlands. The number of notifications doubled in the early months of 1998 compared with 1997. The present epidemic increase can be explained by increased transmission in subgroups who contributed similarly in the same months in the past 5 years and may result from secondary infections related to the relatively high peak in autumn in 1997.

Conclusion

In 1975-1997 a stable but low incidence of hepatitis A was observed in the Netherlands; the number of cases among adults did not increase over time. The present epidemic increase underlines the potential risk of epidemics and the role of importation of the virus from high-endemic countries.

Samenvatting

Doel

Beschrijven van de incidentie van hepatitis A in Nederland 1957-1997 om een verklaring te vinden voor de verheffing in 1998.

Opzet

Descriptief.

Plaats

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.

Methode

Naar aanleiding van de verheffing van hepatitis A in 1998 werd het verloop van hepatitis A in Nederland nagegaan, op basis van de aangiften bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg vanaf 1957-1998. Aandachtspunten waren de invloed van de afname van de natuurlijke immuniteit en de import vanuit het buitenland op meldingen van hepatitis A in Nederland.

Resultaten

Het aantal aangiften was aanzienlijk afgenomen in de jaren zestig en gestabiliseerd in de jaren zeventig met 5-7 gevallen per 100.000 inwoners. Alhoewel er vanaf de jaren zestig een lichte stijging van het relatieve aandeel van volwassenen was, bleven kinderen oververtegenwoordigd in de aangiften. Elk najaar was er een piek van aangiften van allochtone kinderen die de infectie opgelopen hadden in waarschijnlijk Marokko of Turkije, direct gevolgd door een toename van aangiften van kinderen én volwassenen die de infectie opliepen in Nederland. Het aantal aangiften in 1998 was verdubbeld ten opzichte van 1997 en het hoogst sinds 1988 in dezelfde maanden. De 1998-verheffing kan verklaard worden door verhoogd vóórkomen binnen dezelfde subgroepen van personen die in voorgaande jaren in dezelfde maanden ook oververtegenwoordigd waren en zou door vervolginfecties een relatie kunnen hebben met de relatief grote najaarspiek in 1997.

Conclusie

In de periode 1975-1997 was er een stabiele maar lage incidentie van hepatitis A, zonder toename onder volwassenen. De toename van aangiften in de eerste maanden van 1998 wijst op het potentiële gevaar van verheffingen en de rol van introductie vanuit het buitenland hierbij.