Om de stolling te beïnvloeden zijn er sinds 9 jaar alternatieven op de markt voor de oorspronkelijk als rattengif gebruikte vitamine K-antagonisten. Deze nieuwe middelen – DOAC’s genaamd – hebben in registratiestudies laten zien dat ze minstens even effectief zijn als een vitamine K-antagonist in het voorkomen van trombo-embolische complicaties bij patiënten met atriumfibrilleren.1-4
Op het gebied van veiligheid lieten DOAC’s een minder uniform beeld zien. Direct rezen er dan ook vragen of alle DOAC’s onderling wel vergelijkbaar waren wat betreft hun effectiviteit en veiligheid. Het liefst onderzoekt men zoiets in een dubbelblinde RCT. Maar zo’n directe vergelijking vergt de inclusie van tienduizenden patiënten, en dat is niet haalbaar. Zoals vrijwel altijd het geval is, moeten bevindingen uit de dagelijkse praktijk uitsluitsel geven.
Wegpoetsen
Elders in het NTvG voegen Amerikaanse onderzoekers nieuwe informatie toe aan de steeds duidelijker wordende bewijsvoering voor de verschillen tussen DOAC’s.5 Het probleem met die bewijsvoering is dat deze grotendeels gestoeld is op de resultaten van observationele studies. Daarin moeten verschillen in kenmerken tussen de patiënten in de behandelgroepen zoveel mogelijk weggepoetst worden met statistische trucs, zoals ‘propensity score matching’. Hierdoor kent men soms minder waarde toe aan de resultaten van observationele studies. Deze onderzoeken hebben echter zeker waarde…
Reacties