De eerste ervaring met mammascreening in de regio Enschede. II. Doelmatigheid

Onderzoek
A.G. Boekema
G. Dornseiffen
H.J. Mulder
R.A.I. de Vos
B.A. Kluft-de Haas
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:1761-4
Abstract

Samenvatting

De doelmatigheid van de mammascreening in de regio Enschede werd na 18 maanden geëvalueerd aan de hand van ongunstige neveneffecten en mogelijke knelpunten. De neveneffecten waren voor vrouwen: psychologische belasting, een periode van onzekerheid en toenemende wachttijden; voor huisartsen: beperkte verwijzingsmogelijkheden; voor specialisten: meer diagnostiek en overleg. De resultaten werden vergeleken met landelijke referentiecijfers afkomstig uit de eerdere verrichte kosten-effectiviteitsanalyse.

De psychologische belasting bij de vrouw met een positieve screeningsuitslag bleek groot te zijn en bleek samen te hangen met de duur van de periode van onzekerheid. De definitieve uitslag was pas na ongeveer 5 weken bekend wanneer een biopsie vereist was. Bij 83 vrouwen (41 van het aantal verwezen vrouwen) was de uiteindelijke uitslag fout-positief. Een enkele maal werd de vrouw niet conform de richtlijnen verwezen naar een bekend gespecialiseerd centrum. De toename van het aantal verrichte diagnostische en therapeutische operaties was groter dan verwacht en wordt vooral verklaard door de zeer sterke stijging (met een factor 17) van het aantal klinisch niet-palpabele tumoren. De wachttijd voor de (eerste) biopsie bedroeg gemiddeld 3 weken. Veel multidisciplinair overleg was noodzakelijk door de sterke toename van het aantal niet-palpabele tumoren en ductale carcinomata in situ. De volgende knelpunten werden ervaren: de screeningsuitslag werd door de vrouwen vaak onjuist geïnterpreteerd; gevoelens van angst en gespannenheid bij de vrouwen konden huisartsen en specialisten onvoldoende wegnemen; de voorlichting van de huisarts over de diagnostische procedures bleek regelmatig onvoldoende; de standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de richtlijnen van het Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (CBO) zijn te vrijblijvend, de CBO-richtlijnen sluiten niet aan bij de niet-academische situatie en dienen daarom te worden bijgesteld. Het is zeer gewenst dat er landelijk meer aandacht wordt geschonken aan de gesignaleerde ongunstige neveneffecten en de knelpunten, wil de mammascreening (blijven) voldoen aan hoge eisen van kwaliteit.

Auteursinformatie

Integraal Kankercentrum Stedendriehoek Twente, Haaksbergerstraat 84, 7513 EA Enschede.

A.G.Boekema, assistent-geneeskundige; mw.B.A.Kluft-de Haas, directeur.

Medisch Spectrum Twente, Enschede.

Afd. Radiodiagnostiek: G.Dornseiffen, radiodiagnost.

Afd. Chirurgie: dr.H.J.Mulder, chirurg.

Streeklaboratorium, afd. Pathologie, Enschede.

R.A.I.de Vos, patholoog.

Contact A.G.Boekema

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties