De bijdrage van kernspinresonantie-tomografie tot de diagnosestelling van rotsbeenafwijkingen

Klinische praktijk
R. Hermans
A.L. Baert
F. Debruyne
L. Feenstra
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1401-5

Zie ook het artikel op bl. 1431.

Dames en Heren,

De meeste aandoeningen van oor en gehoor kunnen op eenvoudige wijze worden gediagnostiseerd door anamnese, spiegelonderzoek en stemvorkproeven. Af en toe liggen de zaken ingewikkelder en heeft men soms zeer uitgebreid aanvullend audiologisch en radiologisch onderzoek nodig. Moderne beeldvormende technieken hebben de inzichtelijkheid van het os petrosum – letterlijk – sterk doen toenemen. Tomografie van het os petrosum is inmiddels obsoleet.1 Computertomografie (CT) is duidelijk beter, vooral voor de diagnostiek van middenoorafwijkingen. Sedert enkele jaren wordt hoge-resolutie-CT regelmatig aangevuld met kernspintomografie (MRI). MRI blijkt superieur in de diagnostiek van afwijkingen van retrocochleaire gehoorbanen;2 MRI wordt vooral gebruikt om een schwannoom van de N. vestibulocochlearis (VIII) op te sporen. MRI blijkt echter ook nieuwe mogelijkheden te scheppen in de diagnostiek van het anderszins moeilijk toegankelijke binnenoor. Aan de hand van onze ervaringen met enkele patiënten willen wij dat aantonen…

Auteursinformatie

Universitaire Ziekenhuizen, Herestraat 49, B-3000 Leuven.

Dienst Radiologie: dr.R.Hermans en prof.dr.A.L.Baert, radiologen.

Dienst Neus-, Keel- en Oorziekten en Gelaat- en Halschirurgie: prof.dr.F.Debruyne en prof.dr.L.Feenstra, KNO-artsen.

Contact dr.R.Hermans

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties