De beroepsopleiding tot verpleeghuisarts. II. Uitgangspunten en inhoud

Perspectief
M.W. Ribbe
J.A. Stoop
W. Deerenberg-Kessler
C.M.P.M. Hertogh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:2440-2

Zie ook de artikelen op bl. 2409, 2421 en 2438.

In het voorgaande artikel is op het ontstaan en de organisatie van de opleiding tot verpleeghuisarts ingegaan.1 Toen de noodzaak tot kwaliteitsverbetering van de medische zorg in verpleeghuizen door de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en de overheid werd onderkend, was de weg vrij om de beroepsopleiding zowel procedureel en organisatorisch als inhoudelijk te gaan ontwikkelen.1-7 Deze ontwikkeling betekende naast erkenning ook een wettelijke bescherming van de titel ‘verpleeghuisarts’ en een sterke stimulans voor de verdere ontwikkeling en verdieping van de verpleeghuisgeneeskunde. Bovendien weerspiegelt de inhoud van de beroepsopleiding meer dan 20 jaar denken over het vakgebied.

Structuur

De organisatie en de bepaling van de inhoud van de tweejarige beroepsopleiding zijn in handen van het Universitair Verpleeghuisarts Instituut bij de vakgroep Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Naast het praktisch onderwijs…

Auteursinformatie

Vrije Universiteit, vakgroep Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam.

Prof.dr.M.W.Ribbe (tevens: verpleeghuis Het Zonnehuis, Amstelveen) en dr.C.M.P.M.Hertogh (tevens: verpleeghuis Naarderheem.

Naarden), verpleeghuisartsen.

Dr.J.A.Stoop, verpleeghuisarts, Utrecht.

Verpleeghuis Naarderheem. Naarden.

Mw.W.Deerenberg-Kessler. verpleeghuisarts.

Contact prof.dr.M.W.Ribbe

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties