Samenvatting
- Hypomagnesiëmie komt voor bij 11 van de patiënten in de gemiddelde ziekenhuispopulatie en tot 65 bij de ernstig zieke patiënten, en kan vele oorzaken hebben.
- Het klinische beeld kan bestaan uit tekenen van Chvostek en Trousseau, paresthesieën, en tremor en convulsies, hoewel asymptomatische hypomagnesiëmie het frequentst is.
- De behandeling van hypomagnesiëmie bestaat uit parenterale of orale toediening van magnesium op geleide van de Mg-spiegel.
- Parenterale Mg-suppletie is geïndiceerd bij Mg-spiegels < 0,5 mmol/l of bij symptomatische hypomagnesiëmie.
- Bij patiënten met een Mg-spiegel tussen 0,5 en 0,7 mmol/l en een deficiënt dieet of malabsorptie is langdurige therapie soms noodzakelijk. Een oraal Mg-bevattend antacidum in de normdosering is mogelijk een goede keuze; het klinisch bewijs ontbreekt echter.
- Bij nierfunctiestoornissen of obstipatie dient de dosering te worden verlaagd, terwijl orale antacida zijn gecontraïndiceerd bij hypofosfatemie.
Reacties