De 3e-generatiepil

Klinische praktijk
F. Hemlmerhorst
J.P. Vandenbroucke
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:818

VRAAG 2. Een jonge vrouw vraagt mij om haar een 2e-generatiepil voor te schrijven, nadat zij eerder bij gebruik van een 3e-generatiepil een massaal trombosebeen heeft gekregen. De internist, die geen trombofiliefactoren heeft gevonden, is akkoord. Ik heb echter mijn twijfels. Kunt u mij, vanuit de epidemiologie, handvatten geven voor de besluitvorming in de spreekkamer? Welke risicogegevens zijn er bekend?

ANTWOORD. Uw patiënte, die een trombosebeen tijdens het gebruik van een 3e-generatiepil (waarin desogestrel of gestodeen als gestageen) heeft gekregen, blijkt geen bekende erfelijke trombofiliefactor zoals factor-V-Leiden en factor-II-mutatie te hebben. Geschat wordt dat ongeveer 50 van deze factoren echter nog niet bekend is. De meest voorkomende, verworven risicofactoren zijn invasieve chirurgische ingreep, maligniteit, immobilisatie, zwangerschap, kraambed en het gebruik van geslachtshormonen. De kans op veneuze trombose neemt toe met de leeftijd. In dit rijtje horen roken, hoge bloeddruk en diabetes mellitus nadrukkelijk niet thuis: dit zijn risicofactoren voor arteriële…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties