Dalende prevalentie van Helicobacter pylori: consequenties voor de behandeling van gastroduodenale ulcera

Klinische praktijk
N.C. van der Weerd
A. Cats
J.C. Thijs
H.P.M. Festen
S.G.M. Meuwissen
E.J. Kuipers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1385-8
Abstract

Dames en Heren,

In 1984 werd ontdekt dat kolonisatie van de maag met Helicobacter pylori een chronisch actieve gastritis en peptische ulcera kan veroorzaken.1 H. pylori-positiviteit werd vervolgens bij 60-100 van de patiënten met een ulcus ventriculi en 90-100 van de patiënten met een ulcus duodeni gevonden.2 De kans dat een H. pylori-positieve patiënt tijdens het leven een ulcus krijgt, bleek 10-20. Dit is een factor 4-10 zo hoog als voor een H. pylori-negatief individu.2 Het merendeel van de H. pylori-negatieve ulcera hangt samen met het gebruik van niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's).3

In westerse landen ligt de prevalentie van H. pylori op 20-40, terwijl dit in ontwikkelingslanden 70-100 is.4 5 In Nederland is 10-20 van de adolescenten besmet, tegenover 50 van de ouderen. Deze toename met de leeftijd berust op een leeftijdscohort-effect. Dit houdt in dat de prevalentie van H. pylori

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Gastro-enterologie, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

N.C.van der Weerd, medisch student; dr.A.Cats, internist; prof.dr. S.G.M.Meuwissen en dr.E.J.Kuipers, gastro-enterologen.

Bethesda Ziekenhuis, afd. Gastro-enterologie, Hoogeveen.

Dr.J.C.Thijs, gastro-enteroloog.

Bosch Medicentrum, afd. Gastro-enterologie, 's-Hertogenbosch.

Dr.H.P.M.Festen, gastro-enteroloog.

Contact dr.A.Cats (a.cats@azvu.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties