Samenvatting
In de periode 1972-1986 daalde het totale aantal schildklieroperaties in Nederland met 35. Deze daling zette in vanaf 1977 en kwam tot stand door daling van het aantal schildklieroperaties wegens zowel niet-toxisch diffuus en nodulair struma als toxisch diffuus en nodulair struma. Het aantal operaties wegens maligne en benigne neoplasma van de schildklier daalde niet.
De daling van het aantal schildklieroperaties wordt verklaard door een afname van de operatie-indicatie bij niet-toxisch nodulair struma door de invoering van de cytologische-punctiediagnostiek en door een ruimere toepassing van de behandeling van toxisch diffuus en nodulair struma met 131J. De daling van het aantal operaties vanwege niet-toxisch struma met name in de jongere leeftijdsgroepen wijst mogelijk op een daling van het vóorkomen van deze aandoening als een laat gevolg van de verbeterde jodiumvoorziening.
In de beschouwde periode daalde de gemiddelde verpleegduur bij schildklieroperaties van 19,5 naar 10,1 dagen. De gestandaardiseerde ziekenhuissterfte bij partiële schildklieroperaties daalde van 6,6‰ tot 0,9‰.
Reacties